Met de wind mee
Bert Weteringe

Energy 2025: een verslag van de 7e editie van deze online conferentie

“We richten ons op de energietransitie als de grootste kans voor vernieuwing van onze tijd”, staat te lezen op de homepagina van de website energy2025.org. “De verwachting is dat er elk jaar miljarden dollars aan investeringen nodig zijn. Zorg ervoor dat u uw steentje kunt bijdragen en krijg de nieuwste inzichten van onze 100 vooraanstaande experts uit de hele wereld met kennis van wereldklasse op het gebied van zonne-energie, windenergie, groene waterstof, opslag, chemicaliën, CCS en nog veel meer.”

Energy 2025 wordt georganiseerd vanuit het Shell alumni netwerk en trekt vooral bedrijven die zich bezighouden met alle facetten van de huidige ‘groene’ energietransitie. Toch is er ook ruimte voor critici. Een van de kritische sprekers was Admiraal Rob Bauer, voormalig chef van de generale staf van de Nederlandse strijdkrachten en ex-voorzitter van het Militair Comité van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO).

In de sessie over energiezekerheid sprak hij met Eric Vennix, werkzaam in de energietak bij Deloitte. Bauer vertelt over het Nederlandse energiesysteem dat minder veerkrachtig is geworden, onder andere door het sluiten van de gaskraan in Groningen. Dit terwijl energiezekerheid noodzakelijk is voor het draaiende houden van de economie. Door het sluiten van de gaskraan zijn ook de prijzen voor energie omhoog gegaan.

Het probleem bij het nemen van dergelijke besluiten ligt volgens Bauer in het feit dat er in de politiek geen rekening wordt gehouden met alle andere effecten die optreden. Er is een gebrek aan overzicht. Dit kan ertoe leiden dat Nederland straks de klimaatdoelen haalt, maar dat er door de-industrialisatie geen economie meer over is. In de energietransitie is er volgens Bauer te weinig aandacht voor de betaalbaarheid en betrouwbaarheid van energie, waardoor ons energiesysteem steeds kwetsbaarder wordt en de wereldeconomie ten einde loopt.

Volgens Bauer wordt het voor Nederland tijd om de eigen problemen aan te pakken en op te lossen door met een gezamenlijk plan te komen en ons niet te laten leiden door politieke agenda’s.

Een van de andere kritische sprekers is Gerrit Heyns, medeoprichter van Osmosis Investment Management, een bedrijf dat zich richt op het leveren van op duurzaamheid gerichte beleggingsoplossingen voor meerdere activaklassen. Hoewel zijn bedrijf erbij floreert, blijft hij kritisch over de implementatie van ESG* doelen in de bedrijven.

“Ik heb in de afgelopen 8 tot 10 jaar slechts 4 tot 5 grote bedrijven grote stappen zien maken in de operationele implementatie van duurzaamheidsdoelstellingen. Dit terwijl ik zie dat er veel onderscheidingen worden gegeven aan bedrijven, die goed scoorden op ESG ratings. Wat je de laatste jaren echter ziet, is dat duurzaamheid bij bedrijven vooral inhoudt dat er veel gemeten en gerapporteerd wordt, maar dat er weinig weidversprijde adoptatie en implementatie van duurzaamheidsdoelstellingen in de bedrijven plaatsvindt. Er wordt gestuurd op rapportages”.

Deze kritische sprekers namen deel aan twee van de meerdere onderwerpen die in verschillende sessies werden behandeld. Ook onderwerpen als CO2 afvang en -opslag, decarbonisatie, waterstof en de digitalisering & AI kwamen uitgebreid aan bod. Mijn interesse lag bij de onderwerpen windenergie, kernenergie en batterijtechnologie, waarvan ik hieronder mijn verslag doe.

*ESG = Environmental, Social, Governance

Windenergie (Thema: Offshore windenergie verkennen voor de toekomst van energie)

Opvallend genoeg was er tijdens de conferentie weinig aandacht voor windenergie. Slechts in een themasessie kwam de toekomst van windenergie ter sprake, en deze ging voornamelijk over drijvende windturbines voor toepassing in diepere wateren. De presentatie werd gegeven door Sreekala Kumar van de firma Seatrium, een joint venture van Sembcorp Marine en Keppel Offshore & Marine, die kant-en-klare engineering-, inkoop-, bouw- en inbedrijfstellingsdiensten aanbiedt voor offshore- en energieprojecten.

Volgens Kumar vindt er een ontwikkeling plaats naar meer drijvende offshore windturbines. Ze benadrukt daarbij echter wel dat er nu nog geen enkele uniformiteit is in het ontwerp van de drijvende platforms. Er zijn momenteel meer dan 100 verschillende ontwerpen op de markt. Op mijn vraag wat de investeringskosten voor drijvende windturbines zijn in vergelijking met vaste gefundeerde windturines, antwoordde Kumar vertwijfeld dat je bij drijvende platforms te maken hebt met dubbele investeringskosten.

Als dit waar is, en dat heb ik niet gecheckt, dan kan ik mij niet voorstellen dat er daadwerkelijk in deze technologie geïnvesteerd wordt. Het huidige investeringsklimaat voor windturbines op zee is al dermate slecht, dat een verdubbeling van de investeringskosten gewoonweg niet tot een verdienmodel kan leiden.

Batterijtechnologie

Ik wilde graag weten wat de nieuwste ontwikkelingen zijn op het gebied van batterijtechnologie en schoof daarom aan bij het thema ‘toekomst van opslag’. In deze sessie was de hoofdspreker Dhr. Arie Bal, senior productontwikkelingsmanager bij Shell en voormalig expert op het gebied van batterijopslag.

Allereerst ging het over de kosten van batterijopslag. De kosten voor Lithium-ion batterijen zijn inmiddels dermate gedaald, dat volgens Bal de batterijopslag nu kan worden gerealiseerd voor $100 per kWh. Een heel ander plaatje dan twee tot drie jaar geleden. LFP batterijen (Lithium-ion fosfaat) zijn nog steeds dominerend op de markt, hoewel de zoutbatterij (sodium-ion) in opkomst is. De verwachting is wel dat de Li-ion batterijen de komende twee tot vijf jaar de markt blijven domineren, vooral door nieuwe technologische ontwikkelingen die zorgen voor een langere levensduur van deze batterijen. Een verdubbeling van de energiedichtheid zal er echter niet komen, volgens Bal.

De markt voor batterijen blijft ondertussen sterk groeien. Volgens persbureau Bloomberg is er wereldwijd momenteel 1500 GWh aan batterijcapaciteit. Dit groeit naar 5400 GWh in 2035. Een overcapaciteit in de productie van de batterijen, verklaart dat de prijzen voor batterijen zijn gedaald.

Batterijen bieden volgens Bal geen uitkomst voor de huidige problemen van netcongestie die door het grote aanbod van zonne- en windenergie wordt veroorzaakt. Vooral windenergie is het minst geschikt voor opslag in batterijen, aldus Bal. Dat komt met name doordat de batterijcyclus dan meerdere malen per dag wordt doorlopen, wat de levensduur van de dure batterijen drastisch verlaagd. Daarnaast geeft Bal aan dat in Noordelijke landen de lokale initiatieven van zon- en windprojecten met batterijen niet mogelijk zijn zonder een connectie met het landelijke net. Een opmerkelijke uitspraak, aangezien er in Nederland momenteel diverse projecten lopen onder het local4local initiatief, waarbij deze projecten juist mikken op lokale productie en afzet. Volgens Bal gaat dit dus in Nederland niet kunnen werken.

Kernenergie

In de 3 uur durende sessie met als thema ‘nucleaire renaissance’ kwamen diverse sprekers aan het woord, waaronder:

Jacopo Buongiorno, Hoogleraar nucleaire wetenschappen en techniek aan het MIT.

Dirk Rabelink, CEO bij ULC-Energy

Kiki Lauwers, CEO bij Thorizon

Piet-Hein Bellaar, oprichter van de Vereniging Thorium Energie

Uit de presentatie van Buongiorno, die een overzicht gaf van de diverse vormen en groottes van kernenergie, kwam duidelijk naar voren dat kernenergie een belangrijke rol zou moeten gaan spelen in de transitie naar andere energiebronnen. Wanneer het percentage zon en wind als energiebronnen groter wordt en er geen kernenergie in de mix zit, zullen de energiekosten stijgen van $50 – $60 per MWh naar wel $220 per Mwh. Grote kerncentrales (LWR’s) zijn het meest kostenefficiënt om aan te sluiten op het landelijke netwerk. Echter bieden kleine modulaire reactoren (SMR’s) en microreactoren ook oplossingen voor regionale en/of lokale inzet. De door SMR’s opgewekte energie is weliswaar duurder, daarentegen kunnen kosten worden bespaard op de benodigde infrastructuur. In tegenstelling tot een LWR, hoeven SMR’s ook niet op de geplande locatie te worden gebouwd, maar kunnen deze eenvoudig worden getransporteerd en modulair worden opgebouwd.

De kernindustrie in de Verenigde Staten en Europa is niet meer competitief. Zuid Korea en China kunnen kerncentrales bouwen voor $4000 per kW geïnstalleerd, terwijl dit in de VS en Europa het dubbele kost.

Drik Rabelink spreekt over de ontwikkeling van een Rolls Royce SMR in Nederland. |Zijn taak bij ULC-Energy is het leveren van een commerciële energiecentrale. Hij benadrukt het belang van energiezekerheid en geeft aan dat per SMR er 3 miljard euro kan worden bespaard aan netwerkkosten.

Kliki Lauwers en Piet-Hein Bellaar spraken tot slot over de ontwikkelingen van Thorium gesmolten-zout reactoren. Volgens Kiki Lauwers is het vooral BigTech die haar geld zet op kernenergie. Te denken valt vooral ook aan de groeiende vraag naar elektriciteit voor AI datacenters. Daar zouden SMR’s een belangrijke rol voor kunnen gaan spelen.

Technologisch gezien is de gesmolten-zout reactortechnologie niet nieuw. De technologie werd al in de jaren ´60 ontwikkeld. Nu is de technologie terug en Thorizon is een Nederlands bedrijf dat dit type kernreactoren op de markt gaat brengen. Aangezien zout corrosief is, is er nagedacht over het voorkomen van schade door corrosie. De oplossing die Thorizon hiervoor heeft bedacht is te werken met vervangbare cartridges. Na 5 tot 10 jaar hoeven slechts de cartridges vervangen te worden. De cartridges zijn volledig geseald en veilig voor transport. Thorizon heeft de cartridge technologie gepatenteerd.

Thorium is een afvalproduct van Uranium en hiermee kan dus het afval van bijvoorbeeld de kernreactor in Borssele worden ingezet om opnieuw energie mee te produceren.

De grootste uitdaging om een reactor op de markt te krijgen zit hem niet zozeer in de technologie, maar eerder in het loskrijgen van kapitaal. Voor de bouw van de eerste full-scale reactor, die gepland staat om in 2034 geleverd te worden, is een investeringskapitaal van 1 miljard euro benodigd. Deze reactor heeft een gepalnde capaciteit van 100 Mwe en wordt hoogstwaarschijnlijk in Zeeland gebouwd.

Piet-Hein Bellaar van de Vereniging voor Thorium energie spreekt vooral zijn verbeelding uit over het Deense bedrijf Copenhagen Atomics. Dit bedrijf is al ver met de ontwikkeling van een Thorium reactor van formaat zeecontainer. Volgens Bellaar is Thorium gesmolten-zout technologie een van de meest efficiënte manieren om warmte en elektriciteit te produceren. Sommige mensen zeggen dat het zelfs efficiënter is dan kernfusie.

Voor een Thorium reactor gebaseerd op de technologie van Copenhagen Atomics zou een reactor met een vermogen van 1GW een investering van slechts 1 miljard euro vergen. Om deze reactor operationeel te houden zijn slechts 10 mensen nodig. Een dergelijke reactor kan in 1 tot 2 jaar gebouwd worden en de kosten voor Thorium zijn laag.

Alle componenten van de reactor zijn inmiddels getest en volgens Bellaar vinden de eerste testen met de reactor plaats in 2027. Hij verwacht dat de interesse voor deze technologie pas gaat groeien wanneer de technologie zichzelf bewijst.

Overigens draait er al een gesmolten-zout reactor in China. Deze draait voorlopig nog op Uranium. De Chinezen hebben in 2005 via ex-NASA engineer Dirk Sorensen de ontbrekende informatie van de in de jaren ´60 ontwikkelde gesmolten-zout reactor van de Amerikanen weten te bemachtigen en hebben daarom een voorsprong kunnen nemen op de Europese bedrijven.


Groet,
Bert